uit: Nederlands Dagblad
We zouden best wat dankbaarder mogen zijn,
lieve God, voor alles wat we krijgen.
Dat weten we diep in onszelf vaak wel.
Mopperen ligt ons meestal meer dan lofprijzen,
en een frons lijkt gemakkelijker tevoorschijn getoverd
dan een hartelijke lach.
En dan zijn er nog onze tranen,
de dingen die ons hart verlammen,
onze gedachten en gevoelens beheersen,
de rode ogen waarvan we ons afvragen of iemand ze ziet –
of U ze ziet.
We zouden best wat dankbaarder mogen zijn.
Maar de wereld en al het nieuws nodigen
eerder uit tot bezorgdheid. Tot een rouwklacht.
En tot diep, diep zuchten.
Oekraïne, verdeeldheid, crisis op crisis, het klimaat.
In 2022 leek Uw koninkrijk soms verder weg dan ooit.
En toch, nog even – en het is weer Kerst.
En dan viert Uw kerk hoe U zelf kwam
in onze ziekte en oorlog, corona en somberheid.
Er is hoop voor de wereld
en ons leven zal niet hetzelfde blijven.
Er scheen een lichtstraal in de nacht.
En wij, wij weerspiegelen die
als glitter in een wereld zonder glamour.
Vonkjes van een hoopvol vuur.
Daar danken we U voor.